Alles over Interreg VI
Elektronische bescherming van kleding tegen diefstal met chips of zeecontainers en pallets voorzien van ingebouwde chips, die voortdurend getraceerd en gelokaliseerd kunnen worden: dat zijn actuele voorbeelden van situaties waarin zogenaamde RFID-chips succesvol toegepast worden in ons dagelijks leven.
Ondanks deze toepassingen, kan het in de toekomst nog veel geavanceerder! Stel je een supermarkt voor, waarin het niet meer nodig is producten te scannen, maar waarbij ze automatisch gescand kunnen worden, met behulp van een speciale reader met RFID-technologie (Radio Frequency Identification), zelfs als de etiketten niet direct zichtbaar zijn.
Met behulp van het INTERREG-project „DruIDE“ worden zulke afdrukbare identificaties mogelijk gemaakt. Als massaproduct kosten de etiketten minder dan drie cent per stuk. Het bijzondere is ook dat het etiketten en geen chips zijn, die veelzijdig inzetbaar en gemakkelijk te printen zijn. Bovendien bevatten de etiketten alle informatie, zijn ze eenvoudig af te lezen en zijn ze niet storingsgevoelig. Geleidelijk aan zullen alle streepjescodes vervangen worden door deze genaamde RFID-tags. De productie vindt natuurlijk efficiënt en duurzaam plaats.
Duits-Nederlandse samenwerking
De weg naar het gebruik van RFID-tags wordt uitgevoerd door een interdisciplinair team van wetenschappers uit de nanotechnologie, Digital Signal Processing en theoretische elektrotechniek van de Duitse en Nederlandse universiteiten Duisburg-Essen (UDE) en Twente (UT). Zij worden ondersteund door de bedrijven ID4us, unyt GmbH & Co KG en Meyer Burger. Kennis en vaardigheden worden op deze manier met elkaar gedeeld en uitgebreid. Met het project wordt er gewerkt aan intelligente groei in de regio, zoals dat ook in de EU2020-strategie vastgelegd is. Ook zal de concurrentiepositie in de grensregio op het gebied van Hightech door het project in de toekomst versterkt worden.
Financiering
DruIDE wordt in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland door de Europese Unie ondersteund uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het project wordt gecofinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, de provincies Noord-Brabant en Overijssel, MWIDE NRW en een eigen bijdrage van de projectpartners.